|
Teylers museum van binnen |
Enkele jaren geleden bezocht ik het Teylers musem in Haarlem.
Napoleon Bonaparte heeft dit museum bezocht in november 1811 tijdens zijn rondreis in Holland. Hij was er al om 08.00u. 's ochtends!
Mijn bezoek betrof, naast een interessant kastje met eigendommen van Boudewijn Büch, waaronder botjes van een dodo, een kastje met boeken over Egypte.
Dit kastje bevat drieëntwintig delen met voornamelijk afbeeldingen, gemaakt tijdens de verovering van Egypte rond 1798. Het betreft hier allerlei platen in zwart-wit (een enkele in kleur) omtrent de oudheid van Egypte. Er hebben veel geleerden aan meegewerkt. Het totale werk inclusief kastje is uitgegeven van 1809-1828. Je moest je er voor inschrijven. Er zijn duizend exemplaren van gedrukt. Of er ook duizend kastjes bij zijn gemaakt, dat weet ik niet.
Dit werk heeft geleid tot de opbloei van de Egyptologie in Europa!
Zo'n complete set is razend duur: het hierbij gevoegde en door mij vertaalde artikel gaat over de veiling van zoiets in 2011. De opbrengst is ruim 1 miljoen Euro!
Het artikel uit NAPOLÉON 1er no.61. aug-sept-okt.2011:
DE VERTALING:
Geveild op 18 mei 2011 bij Christie’s te Parijs:
een zeldzaam exemplaar van een monumentaal werk van de Imprimerie Impériale:
Een omvangrijke originele uitgave in haar originele
kast bewaard, de beroemde
DESCRIPTION
de l’Égypte
Door: Karine Huguenaud
– verantwoordelijk voor de collecties van Fondation Napoléon
Een van de laatste beslissingen van generaal
Bonaparte tijdens de campagne in Egypte was het opstellen van een systematische
inventaris van antiquiteiten en deze taak werd bij decreet van 13 augustus 1799
toevertrouwd aan de Commissie van Wetenschappen en Kunsten. Als resultaat van
dit werk, gecoördineerd door het Instituut voor Wetenschappen Egypte, dat de
basis legde voor de egyptologie in de 19e eeuw en alle wonderen van het land
van de farao's onthulde, heeft deze commissie zeker bijgedragen aan de bekendheid
van de expeditie en de militaire campagne. Wetenschappers, kunstenaars,
architecten en ingenieurs verzamelden wat aanleiding zou geven tot de eerste
wetenschappelijke studie van het oude en moderne Egypte, gepubliceerd onder de
titel ‘Beschrijving van Egypte of Verzameling van observaties en onderzoek,
die in Egypte werden gedaan tijdens de expeditie van het Franse leger
uitgegeven op bevel van Zijne Majesteit Keizer Napoleon de Grote’. Om te
voorkomen dat wetenschappers hun werk en de resultaten van hun onderzoek
individueel zouden publiceren - had Vivant Denon in 1802 niet de weg
vrijgemaakt met zijn ‘Reis naar Beneden- en Opper-Egypte tijdens de
campagnes van generaal Bonaparte ‘, met doorslaand succes? - richtte de regering
snel de Egyptische Commissie op, bestaande uit acht leden en verantwoordelijk
voor de uitvoering van het monumentale werk. Vanwege de complexiteit van de
operatie en de vertraging van de auteurs, werd de publicatie door de
keizerlijke drukkerij van dit kolossale werk kennis gedaan in 1809 - het eerste
deel was gewijd aan antiquiteiten tot 1813 en werd vervolgens voortgezet door
de 'Koninklijke drukkerij' van 1818 tot 1828. De inschrijvers waren
uiteindelijk eigenaar van het gehele werk, waarvan 1000 exemplaren werden
gedrukt.
Die werden als volgt onderverdeeld:
6 delen Antiquités,
10 delen d’État moderne,
6 delen d’Histoire naturelle,
een atlas historique.
‘De beschrijving van Egypte’ was fascinerend en een tweede editie werd
gepubliceerd door Charles Panckouke tijdens de Restauratie.
Een
meubelstuk - uitzonderlijke collectie
Het is
gemakkelijk om dit enthousiasme te begrijpen met betrekking tot de pracht van
het exemplaar, dat Christie's op 18 mei 2011 aanbood: 23 delen in-folio en
in-plano, geïllustreerd met 900 platen, gebonden in glanzend kalfsleer door
Jean-Joseph Tessier en bewaard gebleven in het originele meubel van mahonie en
mahonie fineer, versierd met beroemde gebeitelde en vergulde bronzen lijsten.
Dit meubelstuk, speciaal ontworpen door meubelmaker Morel om het raadplegen van
platen en atlassen te vergemakkelijken, zou zijn geïnspireerd door de tempel
van Dendérah, die vooral de geleerden met van de Expeditie met verwondering begeesterde.
Het presenteert in het bovenste gedeelte een bureau afgezet met roodbruin
marokijn omzoomd met een gouden ornament, Egyptische motieven identiek aan die
van de banden, de voorkant met twee deurtjes onthult elf uittrekbare planken
voor het behoud van volumes: 9 volumes tekst in-folio (40 x 26,3 cm), 11 delen in
jésus-formaat (70,5 x 53,6 cm) en in 3 volumes in grand aigleformaat (107,3 x
6,91 cm).
Dit
schitterende ensemble behoorde toe aan Jean-Joseph Courvoisier (1775-1835).
Courvoisier, gedeputeerde van Doubs van 1816 tot 1824, procureur-generaal van
Lyon in 1818. Hij werd op 8 augustus 1829 benoemd tot minister van Justitie op
het ministerie van Polignac en na deze benoeming bood Charles dit exemplaar van
de ‘Beschrijving van Egypte’ aan. Een circulaire van de commissie die belast
is met de verkoop van het werk, ondertekend door Jomard en gedateerd 3
september 1829, is bij dit exemplaar gevoegd. Geschat tussen € 500.000 en € 700.000, werd het verkocht voor € 1.095.400, inclusief kosten.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nu zijn er gelukkig goedkopere exemplaren.
In Duitsland is in 2007 een complete herdruk uitgebracht van alle delen, maar dan in één pocketboek van 751 pagina. Dat is goed te betalen. Het heeft een voorwoord in het Frans, Engels, Duits en Japans. Zie hieronder voor een paar afbeeldingen.
La “Description de l'Égypte” dans ses meubles
Meuble conçu par l'ébéniste parisien Charles Morel, réalisé sur les plans d'Edme François Jomard
pour le rangement des volumes de la "Description de l'Égypte" |
Faisant suite à l'Expédition
française menée par Bonaparte sur les rives du Nil (19 mai 1798 - 31 août
1801), à laquelle ont été associés de nombreux savants, la "Description de
l'Égypte" est publiée de 1809 à 1826. Un événement éditorial important,
pour un ouvrage monumental...
La "Description de l'Égypte,
ou Recueil des observations et des recherches qui ont été faites en Égypte
pendant l'expédition de l'Armée française" comporte dix volumes de
textes et treize de planches, le volume d'Atlas géographiques de 53 planches
méritant à lui seul sa qualification de "très grand format",
puisqu’il mesure 1,10 m sur 0,72 m.
D’où la nécessité pour les heureux
bénéficiaires, afin de ranger cet ouvrage "pharaonique", d’un meuble
approprié. Edme François Jomard est chargé de concevoir le projet d'un meuble…
"retour d'Égypte" comme il se doit ! La réalisation en est confiée à
l'ébéniste parisien Charles Morel.
Le meuble mesure 1220 mm de
hauteur, 1465 mm de largeur et 840 mm de profondeur. Sa forme s'inspire
d’édifices égyptiens. Il comporte deux pilastres à chapiteau hathorique et un
entablement, juste sous le plateau, orné de l'uraeus. Le plateau peut être basculé
et se transforme en lutrin adapté aux dimensions des volumes. Deux vantaux
ajourés laissent apparaître les tablettes munies de roulettes sur lesquelles
les volumes reposent à plat.
"Ce meuble en acajou et
placage d’acajou, le dessus à plateau basculant à la Tronchin, est muni de deux
lutrins adaptés aux dimensions des planches et gravures qui se fixent sur le
plateau par un axe métallique. Il est composé d’un tiroir et de deux vantaux ;
le tiroir démasque un bureau à quatre casiers ; derrière les vantaux
apparaissent 14 rayonnages à roulettes. Le meuble est décoré de frises sculptés
par Danton aux motifs de papyrus, cobras, bâtons liés, colonnes serpentines à
chapiteaux de masques nubiens, de cartouches ailées aux armes du royaume
d’Égypte. Jacob conçut aussi un meuble spécial en acajou et bronzes dorés, pour
contenir cette 'œuvre digne de la grande Encyclopédie du siècle des
Lumières'." (description citée par Bertrand Galimard Flavigny)
Morel réalise plusieurs exemplaires
de ce meuble, dont au moins six sont aujourd'hui connus. Les plus précieux sont
en acajou et placage d'acajou. L'ébéniste a également réalisé des variantes
moins luxueuses en bois fruitier ou plaqués d'amarante.
Un exemplaire original en noyer se
trouve au Palais du Luxembourg, dans la bibliothèque du Sénat ; il a été offert
par le roi Louis-Philippe à la Chambre des Pairs. Un autre se trouve dans la
bibliothèque de l'Assemblée Nationale. Un troisième a appartenu à Clot Bey,
auquel il a sans doute été offert par Louis-Philippe.
Une variante du meuble existe dans
la Bibliothèque municipale de Niort. Il a été réalisé, vraisemblablement en
1819-1820, par l’ingénieur Mathieu Dard, dit Thénadey, qui ne s’est inspiré du
projet de Jomard que pour quelques motifs égyptiens, notamment la figure
d’Hathor prise du Temple de Dendérah et la frise centrale du temple de
Médinet-Habou.
Les dimensions du meuble sont
imposantes (L 290 x l 153 x H 110), soit un tiers plus grandes que celles du
“meuble de Jomard”. Tout en merisier massif, il présente un volume légèrement
trapézoïdal.
D’un modèle à l’autre, les savants
de l’Expédition d’Égypte eurent, au service des acquis de leurs découvertes,
des meubles d'un beau volume pour leurs beaux volumes… et des bois précieux
pour leurs planches non moins précieuses.
Marc Chartier. Publié il y a 11th September
2014 par Marie Grillot
Tenslotte een overzicht (in het Frans) van de Descriptions